20 | Te mei als alle vogels zingen

20 | Te mei als alle vogels zingen

Deze stoere melodie werd al in de zestiende eeuw voor vele liederen gebruikt, vooral in Doopsgezinde kringen. Er bestaan ook een aantal luitbewerkingen van. De Nederlandse Liederenbank heeft de melodie de naam gegeven van ‘Te mey als alle de Vogelkens singhen’, maar deze vinden we als liedtekst pas in de bundel Amoureuze Liedekens van 1613.

De kordate tekst van ‘Hoort toe ghy menschen nu ter tijdt’ uit Een Nieu Guese Liede Boecxken (1576/1577) past goed bij deze ballade-achtige melodie. De anonieme dichter waarschuwt de Spaansgezinde burgers in de Nederlanden tegen de onbetrouwbare beloften van de Spaanse regering. Steden als Rotterdam, Mechelen, Zutphen, Naarden en Assendelft zijn tegen de afspraken in geplunderd en uitgemoord. Alkmaar is er niet ingetrapt! Daar is dan ook de victorie begonnen.

Of hy als hij
slecht onnozel
Bossou graaf van Bo(u)ssu, Spaans bevelhebber
coen dapper
Met also corten spacy binnen de kortste keren
verslaen doodslaan
don Frederic nl. Don Frederik, zoon van Alva en Spaanse bevelhebber bij de belegering van Mechelen, Zutphen, Naarden en Alkmaar
wy geusden noyt onze dagen wij zijn nooit en te nimmer geuzen geweest
Pardoen (belofte van) genade
beleghen belegerd
storm bestorming (door de Spanjaarden)
noch onvercreghen (de stad) toch niet in handen gekregen
den Tienden Penninck de omzetbelasting van 10% op de verkoop van roerende goederen, door Alva ingesteld
Ducdalve de hertog van Alva
Neve vriendje
eygenschap horigheid
gheloeven beloven
echt (huwelijks)trouw

Melodie uit: Joannes Tollenarius, Het Prieel Der Gheestelicker Melodiie, Inhoudende veel schoone Leysenen ende Geestelijke Liedekens van diueersche deuote materien, ende op de principale Hoochtijden des Jaers dienende etc. Van nieuvvs ouer-sien vermeerdert ende verbetert in veel plaetsen. Antwerpen: Hieronymus Verdussen, 1617, p.192.
Scan via Google Books
Tekst uit: Een nieu Guese Liede Boecxken, Waerinne begrepen is den gantschen Handel der Nederlantscher gheschiedenissen, dees voorleden acht Jaren tot die Peys toegedraghen, eensdeels in Druck wtghegaen, eensdeels nu nieu by gheuoecht. Midtsgaders sommige schoone Refereynen ten selven Propoosten dienende hierachter by ghestelt. Nieu nieulick vermeerdert ende ghecorrigeert. Vive le Gues. Pro Lege, Rege. [z.n., z.p., 1576/1577], pp. 61v-62v.
Scan via de DBNL (pdf p. 126)

3. Hy nam de stadt in zijn ghewelt,
Wien heeft hy van gheloove vermelt,
Oft na gheloof doen vraghen?
Maer hy heeft de Lieden neder ghevelt,
Doorschooten en doorslaghen.

4. Spiegelt u aen Mechelen in Brabant,
Sy quamen met ongewapender handt
Den Spaeniaert te gemoet gegangen,
Sy droeghen Processie triumphant,
Wat loon hebben die ontfangen!

5. Sy worden verslaghen, al waren sy coen,
Die Burghers waren in dit saysoen
Vol suchten ende treuren:
Alsulcke Gracie ende Pardoen
Soude u Catholijcken gebeuren.

6. Te Zutphen, hoort wel na mijn vermaen,
Daer quam den spaeniaert binnen gaen.
Met also corten spacy
Gincmen de lieden met sweerden verslaen.
Was dit niet schamele gracy?

7. Sy quamen voor Naerden metter spoet,
Tien Burgers vielen don Frederic te voet
Die hem om gracy baden:
’Ick sal u doen’, sprack hy verwoet,
’Ghenade, ende geen ghenaden’.

8. De Borghers hadden noyt sulcx gehoort,
Geen verstant en haddense uut dit woort.
Eer de stadt was opgegeven,
Doe werden aldaer de Mannen vermoort,
De vrouwen liet hy meest leven.

9. Te Assendelft hoort men de liede clagen,
Sy spraken: ’wy Geusden noyt onse dagen!’
Hoort wat de Spaengiaerts seyden:
’Daerom willen wy u sielen ten Hemel dragen
Eer u die Geusen verleyden’.

10. Hierom ghy Burgers hier wel op past,
En stelt u niet in sulcken last,
En laet u niet bedrieghen.
Een Spaens Pardoen dat hout so vast,
Als een open hant vol Vlieghen.

11. De stadt van Alckmaer wijs bedocht,
Die en heeft gheen Spaens Pardoen gecocht,
Daerom was sy beleghen.
Oock eenen storm daer voor gewrocht,
Godt danck noch onvercreghen.

12. Ghy die onsen Prins wilt hebben verdreven,
Soudt ghy liever den Tienden Penninck gheven,
Is dit al u verlanghen?
Ducdalve, u beminde Neve,
Die wilse gheern ontfanghen.

13. Of wildy u selfs tot eygenschap keeren,
Daer en derft ghy gheen spaens om leeren.
Treckt liever in Westphalen,
Daer wilmen wel eyghen slaven begeeren,
Men spreecter duytsche talen.

14. Oorlof ghy Burgers, fijn en oprecht,
Al wat u den Spaengiaert toesecht,
Al wat sy u gheloeven,
Dat houden sy ghelijck een Hont zijn echt.
Wacht u van sulcke Boeven!

0
    0
    Uw winkelmandje
    Uw winkelmandje is leegNaar de winkel