27 | Onze vader in hemelrijk

27 | Onze vader in hemelrijk

Deze prachtige Dorische melodie treffen we voor het eerst aan in het liedboek Geistliche Lieder auffs new gebessert und gemehrt (Leipzig 1539), met als aankondiging: ‘Das Vater unser kurz ausgelegt und in Gesangweise gebracht durch Doctor Mart. Luth.’ Het Onze Vader van Luther bestaat uit negen strofen met een uitgebreide versie van het gebed dat Jezus voorschreef aan zijn discipelen (Matteüs 6, 9-13). Het is niet duidelijk of Luther de melodie zelf heeft geschreven. Een autograaf van zijn ‘Vater unser’ (1539) bevat een doorgekraste melodie, die misschien door hemzelf is genoteerd en later is verworpen.

Luthers tekst is door de Gentse dichter en psalmvertaler Jan Utenhove vertaald als ‘Vader onser’ (1557); in 1561 was dit veranderd in ‘Onse vader’. Voor de Nederlandse vluchtelingen in Londen, waar Utenhove ouderling was, zal het gebed een belangrijke rol hebben gespeeld. Zij zullen veel waarde hebben gehecht aan de woorden ‘Van alle quaed verlos ons meer, In dese quade tyden Heer. Utenhoves ‘Onse vader’ was kennelijk zo geliefd dat Philips Marnix van St. Aldegonde het opnam in zijn psalmenboek van 1580: ‘uyt den hooghduytschen in de Nederlantsche sprake overghesett door Jan Uytenhove’.

heetst noemt
wordt woord
vervoert misleide
ergheyt boosaardigheid
erhald behoed
dieren tyd tijd van schaarste
sorghvuldigheyt bezorgdheid
syn [in de bron staat ‘fyn’]
In recht betrauwen met standvastig geloof
Doe bied
onderstand steun
het werde waer moge het waar worden
Door welcken via wie

Melodie en tekst uit: Jan Utenhove, Hondert Psalmen Dauids mitsgaders het ghesangk Marie, t'ghesangk Zacharie, t'ghesangk Simeons, de thien Geboden, de artikels des Gheloofs, t’ghebed des Heeren &c. ouerghesett in Nederlandschen dichte. Londen: Jan Daye, 1561, pp. 158r-159v.
Scan via Google Books
Voor de laatste twee strofen, die ontbreken in de scan van Google, zie ProQuest

3. Dyn Koningkryck kom’, o Heer goed,
Hier end hiernae, den Trooster soet
Gheef ons, dien Christus ons toesey,
Mit syn gaven menigherley,
Breeck Satans toorn end groot ghewald,
Voor syn ergheyt dyn kerck’ erhald.

4. Dyn will gheschie, o Heer, ghelyck
Op erden als in hemelryck:
Gheef ons gheduld, in lydens pyn,
Ghehoorsaem allesins te syn,
Neem van ons wegh vleesch ende bloed,
Dat teghen dynen wille doet.

5. Gheef ons huyden onß daeghlick brood,
End onß behoufte tot lyfs nood,
Behoed ons, Heer, voor twist end stryd,
Voor Pest’ end oock voor dieren tyd,
Dat wy in goeden vrede staen,
Doe sorghvuldigheyt van ons gaen.

6. Onse schulden vergheef ons, Heer,
Dat sy ons niet bedrouven meer,
So wy oock die ons schuldigh syn,
Huer schuld vergheven dit termyn,
Tot hueren dienst maeck ons bereyd,
In rechter liefd’ end eenigheyt.

7. Leyd ons, Heer in bekoring niet
Als ons de boose gheest stryd biedt,
Te rechter of ter lincker hand.
Help ons te doen syn wederstand,
In recht betrauwen onbevreest,
Door den Trooster den Heylghen Gheest.

8. Van alle quaed verlos ons meer,
In dese quade tyden Heer,
Vry ons van den eewighen dood,
End troost ons in den lesten nood,
Doe ons altyd goed onderstand,
Neem onse sielen in dyn hand.

9. Amen, dat is het werde waer,
Sterck ons gheloove wanckelbaer,
Op dat wy niet twyflen daeraen,
Wy sullen dit alles ontfaen,
Nae dynen will’ om Christi naem,
Door welcken ons bed’ is ghedaen.

Jan Utenhove

0
    0
    Uw winkelmandje
    Uw winkelmandje is leegNaar de winkel