
De melodie van psalm 23 (met het bekende ‘Goede Herder-thema’) is ontstaan in de beginperiode van de Reformatie te Straatsburg en verscheen daar in druk vanaf 1543. Het gaat om een van de oudste psalmmelodieën in het Geneefse Psalter, geschreven in een van de oude kerktoonsoorten, de dorische modus.
De tekst is een fel anti-katholiek nieuwjaarsliedje uit het begin van de Opstand, ondertekend met ‘Castijt sonder verwijt’. Het staat in het beroemde Een nieu Geusen Lieden Boecxken uit 1581, waarin ook het Wilhelmus voorkomt. De dichter die verscholen gaat achter het devies is de rederijker en schoolmeester Pieter Sterlincx, die als protestant vaak op de vlucht is geweest. Hij richt zich in dit lied tot de ‘vrienden’ die ‘van Godt uytvercooren’ zijn en waarschuwt de ‘Tyrannen groot van machten’.
3. Die eertijden sochten der Christen valle
En soopen het bloet van den vromen alle
Wetten nu haer messen om te doen sterven
Die gheene die ons eerst wilden verderven;
Dies sy vallen in haer sweerden eenpare.
Dus loeft Godt al in dese nieuwe Jare.
4. Waect op nu vry, Tyrannen groot van machten,
Want door Godts hant moet ghy lieden versmachten.
Uwen val die compt seer haest voort ghecroepen.
Dies wy nu tsamen eendrachtich roepen:
’Sy is gevallen die Hoere voorware’.
Dus loeft Godt al in dese nieuwe Jare.
5. Smaet ende schant, u Coningen der aerden,
Moet ghy ontfaen met grooter waerden
Hebben eylaes ghesopen het bloet crachtich
Vande dienaers des grooten Godts almachtich
Want sy roepen wraecke onder den outare,
Dus loeft Godt al in dese nieuwe Jare.
6. Oft wilt u metten Moordenaer bekeeren,
So sal onsen Godt een Heer der Heeren
U gratie doen als die met groot verlanghen
Bereyt is om u blijdelijck t’ontfangen,
So ons Johannes leert voor een blijde mare.
Dus loeft Godt al in desen nieuwe Jare.
7. En ghy vrienden nu van Godt uutvercooren,
Volhert toch in deucht op dat synen toorn
Ons niet en besoecke, so hy, ghepresen,
Dees voorleden Jaren aen ons heeft bewesen,
Oft u worde ghebracht tot een cleyne schare.
Dus loeft Godt al in dese nieuwe Jare.
8. Princelijcke Godt wilt met u ghenade
Sijn ontrent u kinders vroech en spade,
Oft anders moeten sy als caf verdwijnen
En eylaes droevich voor u verschijnen,
Daer veel sullen scheyden met grooten ghevare,
Dus loeft Godt al in dese nieuwe Jare.
Castijt sonder verwijt (Pieter Sterlincx)
claren | machtige |
loeft | loof(t) |
merckelicken | duidelijk |
Antechrist val | val van de Antichrist (door sommigen vereenzelvigd met ‘het beest’ uit het bijbelboek Openbaring) |
Die eertijden | zij die voorheen |
Dies | daarom |
Waect op nu vry | pas maar op |
die Hoere | de hoer (zie Openbaring 17, in de reformatie vaak vereenzelvigd met de rooms-katholieke kerk) |
Moordenaer | de moordenaar naast Christus aan het kruis die zich bekeerd heeft (Lucas 23: 42-43) |
der | [in de bron staat ‘den’] |
ghevare | onheil (in deze strofe wordt het beeld opgeroepen van het Laatste Oordeel) |
Melodie uit: Petrus Dathenus, Alle de Psalmen Dauids, Ende Ander Lofsanghen, Wt Den Francoyschen dichte in Nederlandschen ouerghesett, De welcke men voortaen in de Nederlandsche Ghemeynten ghebruycken zal. [z.p., z.n.], 1566, Psalm XXIII, fol. D1v-D2r.
Scan via Google Books
Tekst uit: Een nieu Geusen Lieden Boecxken, Waerinne begrepen is, den gantschen Handel der Nederlantscher gheschiedenissen, dees voorleden Jaeren tot noch toe ghedragen, eensdeels onder wylen in Druck wtghegaen, eensdeels nu nieu by-gheuoecht. Nu nieulick vermeerdert ende verbetert. Vive Dieu, La Santé du Roy, & la Prospérité des Geus. [z.p., z.n.], 1581, pp. 72r-v.
Scan via Internet Archive (pdf p. 145)